Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. habitué:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor habitué (Frans) in het Zweeds

habitué:

habitué bijvoeglijk naamwoord

  1. habitué (accoutumé)
    van vid

habitué [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'habitué (visiteur régulier; familier; habituée; pilier de café)
    regelbunden kund

Vertaal Matrix voor habitué:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regelbunden kund familier; habitué; habituée; pilier de café; visiteur régulier
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van vid accoutumé; habitué

Synoniemen voor "habitué":


Wiktionary: habitué


Cross Translation:
FromToVia
habitué stamgäst denizen — one who frequents a place
habitué van used to — accustomed to
habitué van wont — accustomed, apt

Verwante vertalingen van habitué