Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bekostigen:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bekostigen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekostigen (Nederlands) in het Duits

bekostigen:

bekostigen werkwoord (bekostig, bekostigt, bekostigde, bekostigden, bekostigd)

  1. bekostigen

Conjugations for bekostigen:

o.t.t.
  1. bekostig
  2. bekostigt
  3. bekostigt
  4. bekostigen
  5. bekostigen
  6. bekostigen
o.v.t.
  1. bekostigde
  2. bekostigde
  3. bekostigde
  4. bekostigden
  5. bekostigden
  6. bekostigden
v.t.t.
  1. heb bekostigd
  2. hebt bekostigd
  3. heeft bekostigd
  4. hebben bekostigd
  5. hebben bekostigd
  6. hebben bekostigd
v.v.t.
  1. had bekostigd
  2. had bekostigd
  3. had bekostigd
  4. hadden bekostigd
  5. hadden bekostigd
  6. hadden bekostigd
o.t.t.t.
  1. zal bekostigen
  2. zult bekostigen
  3. zal bekostigen
  4. zullen bekostigen
  5. zullen bekostigen
  6. zullen bekostigen
o.v.t.t.
  1. zou bekostigen
  2. zou bekostigen
  3. zou bekostigen
  4. zouden bekostigen
  5. zouden bekostigen
  6. zouden bekostigen
diversen
  1. bekostig!
  2. bekostigt!
  3. bekostigd
  4. bekostigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bekostigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Die Kosten für etwas tragen bekostigen

Wiktionary: bekostigen

bekostigen
verb
  1. ervoor zorgen dat de kosten betaald worden



Duits

Uitgebreide vertaling voor bekostigen (Duits) in het Nederlands

beköstigen:


Synoniemen voor "beköstigen":


Wiktionary: beköstigen


Cross Translation:
FromToVia
beköstigen voeden alimenternourrir ; pourvoir des aliments nécessaires.
beköstigen voeden nourrirsustenter, servir d’aliment.