Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. documenteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor documenteren (Nederlands) in het Duits

documenteren:

documenteren werkwoord (documenteer, documenteert, documenteerde, documenteerden, gedocumeteerd)

  1. documenteren
    dokumentieren
    • dokumentieren werkwoord (dokumentiere, dokumentierst, dokumentiert, dokumentierte, dokumentiertet, dokumentiert)

Conjugations for documenteren:

o.t.t.
  1. documenteer
  2. documenteert
  3. documenteert
  4. documenteren
  5. documenteren
  6. documenteren
o.v.t.
  1. documenteerde
  2. documenteerde
  3. documenteerde
  4. documenteerden
  5. documenteerden
  6. documenteerden
v.t.t.
  1. heb gedocumeteerd
  2. hebt gedocumeteerd
  3. heeft gedocumeteerd
  4. hebben gedocumeteerd
  5. hebben gedocumeteerd
  6. hebben gedocumeteerd
v.v.t.
  1. had gedocumeteerd
  2. had gedocumeteerd
  3. had gedocumeteerd
  4. hadden gedocumeteerd
  5. hadden gedocumeteerd
  6. hadden gedocumeteerd
o.t.t.t.
  1. zal documenteren
  2. zult documenteren
  3. zal documenteren
  4. zullen documenteren
  5. zullen documenteren
  6. zullen documenteren
o.v.t.t.
  1. zou documenteren
  2. zou documenteren
  3. zou documenteren
  4. zouden documenteren
  5. zouden documenteren
  6. zouden documenteren
en verder
  1. is gedocumeteerd
  2. zijn gedocumeteerd
diversen
  1. documenteer!
  2. documenteert!
  3. gedocumeteerd
  4. documeterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor documenteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dokumentieren documenteren bevestigen; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastzetten; verbinden; verzekeren

Wiktionary: documenteren

documenteren
verb
  1. onderbouwen, staven

Cross Translation:
FromToVia
documenteren dokumentieren document — to record in documents