Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
provianderen:
-
Wiktionary:
provianderen → anschaffen, ausstatten, versehen, versorgen
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor provianderen (Nederlands) in het Duits
provianderen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- proviand: Nahrung; Ernährung; Futter; Nahrungsmittel; Verpflegung; Essen; Speise; Kost; Fressen; Speisung; Proviant; Beköstigung; Mundvorrat; Mundvorräte
- eren: achten; loben; ehren; preisen; segnen; rühmen; herausstreichen; hochachten; lobpreisen; Ehrfurcht bezeigen; indenHimmelheben; Ehren; Achten; Erweisen der Ehre; huldigen
Wiktionary: provianderen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • provianderen | → anschaffen; ausstatten; versehen; versorgen | ↔ munir — garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet. |
| • provianderen | → versehen; versorgen | ↔ pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général) |