Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. reëel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reëel (Nederlands) in het Duits

reëel:

reëel bijvoeglijk naamwoord

  1. reëel (heus; effectief; werkelijk; )
    wahr; wirklich; echt; wahrhaftig; das stimmt; ehrlich
  2. reëel
    reel; wirklich
  3. reëel (waarlijk; echt; zeker; )
    sicher; wirklich; gewiß; wahrlich
  4. reëel (waarlijk; vast en zeker; zeker; )
    sicher; unbedingt

Vertaal Matrix voor reëel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
das stimmt echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk echt; heus; inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar; weliswaar; werkelijk
echt echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk contemplatief; echt; echte; heus; onvervalst; werkelijk; werkelijke
ehrlich echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk billijk; contemplatief; echt; eerlijk; fair; fideel; geschikt; gewoonweg; heus; klinkklaar; menens; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtdoorzee; rechtschapen; redelijk; regelrecht; rondborstig; ronduit; schappelijk; trouwhartig; werkelijk
gewiß beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker absoluut; bepaald; beslist; een zekere; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; ronduit; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
reel reëel
sicher beslist; echt; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; besluitvaardig; duidelijk; een zekere; ferm; fiks; flagrant; flink; gedecideerd; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; kordaat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; resoluut; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig
unbedingt beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; beslist; geheid; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; per se; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
wahr echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk echt; gewoonweg; heus; juist; klinkklaar; kloppend; openlijk; precies; rechttoe; ronduit; uitgerekend; waar; waarachtig; werkelijk
wahrhaftig echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; echt; ernstig; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; serieus; voorwaar; waarachtig; weliswaar; werkelijk; werkelijk menend
wahrlich beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker zowaar
wirklich beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker daadwerkelijk; echte; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; waar; waarachtig; werkelijk; werkelijke; zowaar

Wiktionary: reëel

reëel
adjective
  1. in materieller Form vorhanden

Cross Translation:
FromToVia
reëel tatsächlich; konkret actual — existing in act or reality, not just potentially
reëel reell real — mathematics: relating to numbers with a one-to-one correspondence to the points on a line
reëel echt; recht; wahr; wahrhaft; real; wirklich réelvéritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.