Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aangeboren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangeboren (Nederlands) in het Duits

aangeboren:

aangeboren bijvoeglijk naamwoord

  1. aangeboren (ingeboren)
    eingeboren; einheimisch
  2. aangeboren (van nature aanwezig; natuurlijk; eigen)
    einheimisch; eingeboren; von Natur aus anwesend sein

Vertaal Matrix voor aangeboren:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eingeboren aangeboren; eigen; ingeboren; natuurlijk; van nature aanwezig autochtoon; inheems; inlands
einheimisch aangeboren; eigen; ingeboren; natuurlijk; van nature aanwezig autochtoon; binnenlands; inheems; inlands; karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch
von Natur aus anwesend sein aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig

Verwante woorden van "aangeboren":

  • aangeborene

Wiktionary: aangeboren

aangeboren
adjective
  1. bij de geboorte verkregen eigenschappen

Cross Translation:
FromToVia
aangeboren kongenital; angeboren congenital — present since birth
aangeboren gebürtig native — belonging to one by birth
aangeboren angeboren inné — didactique|fr Qui naître avec nous, est héréditaire et déterminé naître, même si cela se manifeste après la naissance.
aangeboren natürlich; angeboren naturel — Qui est relatif à la nature, à l’ensemble des êtres et des choses, à l’ordre qui les régit.