Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. achterhalen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achterhalen (Nederlands) in het Duits

achterhalen:

achterhalen werkwoord (achterhaal, achterhaalt, achterhaalde, achterhaalden, achterhaald)

  1. achterhalen (te weten komen)
    herausbekommen; ausfindig machen; erfahren
    • herausbekommen werkwoord (bekomme heraus, bekommst heraus, bekommt heraus, bekam heraus, bekamt heraus, herausbekommen)
    • ausfindig machen werkwoord (mache ausfindig, machst ausfindig, macht ausfindig, machte ausfindig, machtet ausfindig, ausfindig gemacht)
    • erfahren werkwoord (erfahre, erfährst, erfährt, erfuhr, erfuhrt, erfuhren)

Conjugations for achterhalen:

o.t.t.
  1. achterhaal
  2. achterhaalt
  3. achterhaalt
  4. achterhalen
  5. achterhalen
  6. achterhalen
o.v.t.
  1. achterhaalde
  2. achterhaalde
  3. achterhaalde
  4. achterhaalden
  5. achterhaalden
  6. achterhaalden
v.t.t.
  1. heb achterhaald
  2. hebt achterhaald
  3. heeft achterhaald
  4. hebben achterhaald
  5. hebben achterhaald
  6. hebben achterhaald
v.v.t.
  1. had achterhaald
  2. had achterhaald
  3. had achterhaald
  4. hadden achterhaald
  5. hadden achterhaald
  6. hadden achterhaald
o.t.t.t.
  1. zal achterhalen
  2. zult achterhalen
  3. zal achterhalen
  4. zullen achterhalen
  5. zullen achterhalen
  6. zullen achterhalen
o.v.t.t.
  1. zou achterhalen
  2. zou achterhalen
  3. zou achterhalen
  4. zouden achterhalen
  5. zouden achterhalen
  6. zouden achterhalen
diversen
  1. achterhaal!
  2. achterhaalt!
  3. achterhaald
  4. achterhalende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor achterhalen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausfindig machen achterhalen; te weten komen ontcijferen; ontdekken; ontwaren; ontwarren; oplossen; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; tot een oplossing brengen; vinden
erfahren achterhalen; te weten komen aanvoelen; beleven; doorleven; doorstaan; ervaren; ervaren als; gewaarworden; ondervinden; verdragen; verduren; verteren; voelen; voorvoelen
herausbekommen achterhalen; te weten komen ontcijferen; ontdekken; ontwaren; ontwarren; oplossen; opsporen; tot een oplossing brengen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfahren bedreven; bekwaam; doorkneed; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; geoefend