Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bebroeden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bebroeden (Nederlands) in het Duits

bebroeden:

bebroeden werkwoord

  1. bebroeden
    ausbrüten
    • ausbrüten werkwoord (brüte aus, brütest aus, brütet aus, brütete aus, brütetet aus, ausgebrütet)

Vertaal Matrix voor bebroeden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausbrüten bebroeden broeden; uitbroeden; warmhouden