Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. begronden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begronden (Nederlands) in het Duits

begronden:

begronden werkwoord (begrond, begrondt, begrondde, begrondden, begrond)

  1. begronden
    begründen; stützen
    • begründen werkwoord (begründe, begründest, begründet, begründete, begründetet, begründet)
    • stützen werkwoord (stütze, stützt, stützte, stütztet, gestützt)

Conjugations for begronden:

o.t.t.
  1. begrond
  2. begrondt
  3. begrondt
  4. begronden
  5. begronden
  6. begronden
o.v.t.
  1. begrondde
  2. begrondde
  3. begrondde
  4. begrondden
  5. begrondden
  6. begrondden
v.t.t.
  1. heb begrond
  2. hebt begrond
  3. heeft begrond
  4. hebben begrond
  5. hebben begrond
  6. hebben begrond
v.v.t.
  1. had begrond
  2. had begrond
  3. had begrond
  4. hadden begrond
  5. hadden begrond
  6. hadden begrond
o.t.t.t.
  1. zal begronden
  2. zult begronden
  3. zal begronden
  4. zullen begronden
  5. zullen begronden
  6. zullen begronden
o.v.t.t.
  1. zou begronden
  2. zou begronden
  3. zou begronden
  4. zouden begronden
  5. zouden begronden
  6. zouden begronden
diversen
  1. begrond!
  2. begrondt!
  3. begrond
  4. begrondend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor begronden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begründen begronden argumenteren; beredeneren; bouwen; construeren; redeneren
stützen begronden assisteren; bijspringen; bijstaan; dragen; goeddoen; helpen; leunen; liefdadigheids werk doen; met palen stutten; ondersteunen; rugsteunen; schoren; schragen; seconderen; steunen; stutten; weldoen; zich baseren