Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boedel (Nederlands) in het Duits

boedel:

boedel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boedel (inboedel; huisraad)
    Mobiliar; der Hausrat; Inventar; Eigentum; der Bestand; der Besitz; die Habe; Besitztum; Hausmobiliar
    • Mobiliar [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hausrat [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Inventar [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Eigentum [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bestand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Besitz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Habe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Besitztum [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hausmobiliar [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de boedel (nalatenschap; erfenis; legaat; erfgoed; erfboedel)
    der Nachlaß; die Erbschaft; Vermächtnis; die Hinterlassenschaft; Erbe; die Erbmasse; Erbstück; Erbteil

Vertaal Matrix voor boedel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitz boedel; huisraad; inboedel activa; baten; bezit; bezitting; eigendom; tegoed
Besitztum boedel; huisraad; inboedel activa; baten; bezit; bezitting; bezittingen; eigendom; goederen; have; tegoed
Bestand boedel; huisraad; inboedel activa; bestand; voorraad
Eigentum boedel; huisraad; inboedel activa; baten; bezit; bezitting; bezittingen; eigendom; goederen; have; tegoed
Erbe boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap afstammeling; deel; erfdeel; erfenis; erfgenaam; nakomeling; telg; wat iemand erft
Erbmasse boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap genetisch materiaal
Erbschaft boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap deel; erfdeel; erfenis; wat iemand erft
Erbstück boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap deel; erfdeel; erfenis; erfstuk; wat iemand erft
Erbteil boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap deel; erfdeel; erfenis; wat iemand erft
Habe boedel; huisraad; inboedel activa; baten; bezit; tegoed
Hausmobiliar boedel; huisraad; inboedel
Hausrat boedel; huisraad; inboedel
Hinterlassenschaft boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap deel; erfdeel; erfenis; wat iemand erft
Inventar boedel; huisraad; inboedel dingen; goedje; inventaris; spullen; voorraad; waar; zaakjes; zaken
Mobiliar boedel; huisraad; inboedel ameublement; meubelen; meubels; meubilair; meubilering
Nachlaß boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap baisse; deel; deflatie; disconto; erfdeel; erfenis; prijsdaling; prijsverlaging; wat iemand erft
Vermächtnis boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap deel; erfdeel; erfenis; laatste wil; testament; uiterste wilsbeschikking; wat iemand erft
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitz Eigendom

Verwante woorden van "boedel":

  • boedels, boedeltje

Wiktionary: boedel


Cross Translation:
FromToVia
boedel Erbschaft; Vermächtnis héritage — Ce qui venir par voie de succession.
boedel Inventur recensementdénombrement ou inventaire de personnes, d’effets, de suffrages, etc.

Verwante vertalingen van boedel