Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buffet (Nederlands) in het Duits

buffet:

buffet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het buffet (buffetkast; dressoir)
    Büfett; die Anrichte
    • Büfett [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Anrichte [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het buffet (koud buffet)
    Büffet; Büfett; kalt Büffet
  3. het buffet (tapkast; bar; spon; )
    der Schanktisch; die Theke; der Ausschank

Vertaal Matrix voor buffet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anrichte buffet; buffetkast; dressoir keukenblok
Ausschank bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog café; coffeeshop; knijp; kroeg; tapperij; taveerne; uitspanning
Büfett buffet; buffetkast; dressoir; koud buffet
Büffet buffet; koud buffet
Schanktisch bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog
Theke bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog
kalt Büffet buffet; koud buffet

Verwante woorden van "buffet":

  • buffetten, buffetje

Wiktionary: buffet

buffet
noun
  1. Möbelstück zur Aufbewahrung von Geschirr und zum Anrichten von Speisen

Cross Translation:
FromToVia
buffet Anrichtetisch; Buffet; Büfett; Geschirrschrank; Schankraum; Schanktisch; Theke barcomptoir où se servent les boissons.

Verwante vertalingen van buffet