Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. compaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor compaan (Nederlands) in het Duits

compaan:

compaan [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. compaan (maat; makker)
    der Kumpel; der Genosse
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Genosse [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor compaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Genosse compaan; maat; makker bondgenoot; gabber; genoot; gezel; gezellin; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; medestander; medestrijder; pal; partner; vriend; vriendje
Kumpel compaan; maat; makker compagnon; gabber; gezel; gezellin; kameraad; kameraadje; kerel; kompaan; kompel; kornuit; maat; maatje; makker; man; manspersoon; mijnwerker; pal; partner; spitsbroeder; vent; vriend; vriendje