Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. deelgenoot:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deelgenoot (Nederlands) in het Duits

deelgenoot:

deelgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de deelgenoot (zakenpartner; partner; vennoot; compagnon; medefirmant)
    der Geschäftspartner; der Kompagnon; der Mitinhaber

Vertaal Matrix voor deelgenoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geschäftspartner compagnon; deelgenoot; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner handelspartner
Kompagnon compagnon; deelgenoot; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner compagnon; firmant; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje
Mitinhaber compagnon; deelgenoot; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner compagnon; firmant; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend