Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dij:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dij (Nederlands) in het Duits

dij:

dij [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dij (dikke deel van bovenbeen; femur)
    die Oberschenkel; der Schenkel
  2. de dij (bovenbeen)
    der Schinken; der Schenkel

Vertaal Matrix voor dij:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Oberschenkel dij; dikke deel van bovenbeen; femur
Schenkel bovenbeen; dij; dikke deel van bovenbeen; femur achterbout van varken; dijen; ham; schenkel; schenkels
Schinken bovenbeen; dij achterbout van varken; dijen; dikke dijen; ham; hammen; stuitstuk

Verwante woorden van "dij":


Wiktionary: dij

dij
noun
  1. het deel van het menselijk been tussen heup en knie

Cross Translation:
FromToVia
dij Oberschenkel thigh — upper leg
dij Schenkel; Oberschenkel; Schlegel; Keule cuisse — Partie du membre inférieur allant de la hanche au genou.