Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dwepen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dwepen (Nederlands) in het Duits

dwepen:

dwepen werkwoord (dweep, dweept, dweepte, dweepten, gedweept)

  1. dwepen
    schwärmen
    • schwärmen werkwoord (schwärme, schwärmst, schwärmt, schwärmte, schwärmtet, geschwärmt)

Conjugations for dwepen:

o.t.t.
  1. dweep
  2. dweept
  3. dweept
  4. dwepen
  5. dwepen
  6. dwepen
o.v.t.
  1. dweepte
  2. dweepte
  3. dweepte
  4. dweepten
  5. dweepten
  6. dweepten
v.t.t.
  1. heb gedweept
  2. hebt gedweept
  3. heeft gedweept
  4. hebben gedweept
  5. hebben gedweept
  6. hebben gedweept
v.v.t.
  1. had gedweept
  2. had gedweept
  3. had gedweept
  4. hadden gedweept
  5. hadden gedweept
  6. hadden gedweept
o.t.t.t.
  1. zal dwepen
  2. zult dwepen
  3. zal dwepen
  4. zullen dwepen
  5. zullen dwepen
  6. zullen dwepen
o.v.t.t.
  1. zou dwepen
  2. zou dwepen
  3. zou dwepen
  4. zouden dwepen
  5. zouden dwepen
  6. zouden dwepen
diversen
  1. dweep!
  2. dweept!
  3. gedweept
  4. dwepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dwepen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schwärmen dwepen zwermen

Wiktionary: dwepen

dwepen
verb
  1. für etwas oder jemanden schwärmen: sich für etwas oder jemanden außerordentlich begeistern
  2. von etwas oder jemandem schwärmen: etwas oder jemanden außerordentlich loben, gutheißen