Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. erf:
  2. erven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor erf (Nederlands) in het Duits

erf:

erf [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het erf (grondgebied; terrein; territorium)
    Gelände; Gebiet; Grundstück; die Zone; Territorium; der Bezirk; Revier; Gut
    • Gelände [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Grundstück [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zone [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Territorium [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Revier [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gut [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. het erf (boerenerf; hof; heem)
    die Höfe; der Bauernhof; der Hof; Gut
    • Höfe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bauernhof [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Hof [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gut [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor erf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bauernhof boerenerf; erf; heem; hof boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; hoeve
Bezirk erf; grondgebied; terrein; territorium arrondissement; district; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
Gebiet erf; grondgebied; terrein; territorium bouwterrein; bouwwerk; district; gebied; gebiedsdeel; gebouw; gewest; gordel; hoek; kavel; kring; kringel; kringvormig; oord; pand; perceel; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
Gelände erf; grondgebied; terrein; territorium bouwterrein; gebied; gordel; kavel; perceel; streek; terrein; territorium; zone
Grundstück erf; grondgebied; terrein; territorium bouwterrein; bouwwerk; gebied; gebouw; kavel; onroerende goederen; onroerende zaken; pand; perceel; terrein; vastgoed
Gut boerenerf; erf; grondgebied; heem; hof; terrein; territorium onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed; vrachtgoed
Hof boerenerf; erf; heem; hof binnenplaats; cour; hof; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
Höfe boerenerf; erf; heem; hof onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
Revier erf; grondgebied; terrein; territorium gebiedsdeel; leefgebied; territorium
Territorium erf; grondgebied; terrein; territorium gebiedsdeel; leefgebied; territorium
Zone erf; grondgebied; terrein; territorium gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone; zône

Verwante woorden van "erf":


Wiktionary: erf


Cross Translation:
FromToVia
erf Hof yard — land around a house
erf Hofraum; Hofstaat courespace découvert qui dépendre d’une maison, d’un hôtel, etc., et qui est entourer de murs ou de bâtiments.

erf vorm van erven:

erven werkwoord (erf, erft, erfde, erfden, geërfd)

  1. erven
    erben
    • erben werkwoord (erbe, erbst, erbt, erbte, erbtet, geerb)

Conjugations for erven:

o.t.t.
  1. erf
  2. erft
  3. erft
  4. erven
  5. erven
  6. erven
o.v.t.
  1. erfde
  2. erfde
  3. erfde
  4. erfden
  5. erfden
  6. erfden
v.t.t.
  1. heb geërfd
  2. hebt geërfd
  3. heeft geërfd
  4. hebben geërfd
  5. hebben geërfd
  6. hebben geërfd
v.v.t.
  1. had geërfd
  2. had geërfd
  3. had geërfd
  4. hadden geërfd
  5. hadden geërfd
  6. hadden geërfd
o.t.t.t.
  1. zal erven
  2. zult erven
  3. zal erven
  4. zullen erven
  5. zullen erven
  6. zullen erven
o.v.t.t.
  1. zou erven
  2. zou erven
  3. zou erven
  4. zouden erven
  5. zouden erven
  6. zouden erven
en verder
  1. is geërfd
  2. zijn geërfd
diversen
  1. erf!
  2. erft!
  3. geërfd
  4. ervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor erven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erben erven

Verwante woorden van "erven":


Wiktionary: erven

erven
verb
  1. de eigendommen van een overledene, meestal een familielid, rechtens verkrijgen

Cross Translation:
FromToVia
erven erben; übernehmen inherit — to receive property or a title by legal succession etc.
erven erben; beerben hériter — Devenir propriétaire par succession