Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. foefje:
  2. foef:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor foefje (Nederlands) in het Duits

foefje:

foefje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het foefje (truc; kunstje; kneep; kneepje; maniertje)
    der Trick; der Kniff; der Kunstgriff
    • Trick [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kniff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kunstgriff [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foefje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kniff foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc behendigheid; bluts; deuk; foef; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; instulping; kneep; kunst; kunstgreep; kunstje; list; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; toer; truc; trucage
Kunstgriff foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc behendigheid; foef; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kunst; kunstgreep; kunstje; list; manoeuvre; truc
Trick foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc behendigheid; foef; gemene streek; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kneep; kunst; kunstgreep; kunstje; list; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; toer; truc; trucage; valsheid; vuile truc

Verwante woorden van "foefje":


foefje vorm van foef:

foef [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. foef
    der Trick; der Kniff; Kunststück; der Kunstgriff
    • Trick [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kniff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kunststück [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kunstgriff [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kniff foef behendigheid; bluts; deuk; foefje; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; instulping; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; maniertje; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; toer; truc; trucage
Kunstgriff foef behendigheid; foefje; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; maniertje; manoeuvre; truc
Kunststück foef bravourstuk; heksentoer; hoogstandje; kunststuk; opvallende prestatie; stunt; topprestatie
Trick foef behendigheid; foefje; gemene streek; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; maniertje; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; toer; truc; trucage; valsheid; vuile truc

Verwante woorden van "foef":