Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gracht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gracht (Nederlands) in het Duits

gracht:

gracht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gracht (kanaal; vaart)
    der Kanal; die Gracht; die Fahrt; der Lauf; die Fahrtroute
    • Kanal [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fahrt [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Lauf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fahrtroute [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de gracht (stadsgracht; singel; gracht rond stad)
    der Stadtgraben; der Stadtkanal

Vertaal Matrix voor gracht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fahrt gracht; kanaal; vaart autorijden; dagreis; excursie; expeditie; fietstocht; gang; koers; mars; reis; rijden; rit; rondreis; rondrit; route; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trektocht; trip; uitstapje
Fahrtroute gracht; kanaal; vaart
Gracht gracht; kanaal; vaart
Kanal gracht; kanaal; vaart Kanaal; afvoerkanaal; afwateringskanaal; boezem; communicatiekanaal; gegraven waterweg; kanaal; kanalen; kreek; riolering; riool; trekvaart; vaarten
Lauf gracht; kanaal; vaart
Stadtgraben gracht; gracht rond stad; singel; stadsgracht plaatje; singeltje
Stadtkanal gracht; gracht rond stad; singel; stadsgracht

Verwante woorden van "gracht":


Wiktionary: gracht

gracht
noun
  1. innerstädtische Kanalstraße niederländischer oder vereinzelt deutscher Städte
  2. niederdeutsch, ostniederdeutsch: Wassergraben, Kanal

Cross Translation:
FromToVia
gracht Kanal canal — artificial waterway
gracht Burggraben moat — defensive ditch
gracht Graben fossé — fosse creusée pour enfermer, ou pour faire écouler les eaux

Verwante vertalingen van gracht