Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. heisa:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heisa (Nederlands) in het Duits

heisa:

heisa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de heisa (toestand)
    Getue; die Scherereien; Trara
    • Getue [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Scherereien [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Trara [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de heisa (krakeel; drukte)
    der Krakeel
    • Krakeel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor heisa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Getue heisa; toestand beroering; drukte; geaffecteerdheid; gedoe; geraas; grote menigte; heibel; heksenketel; lawaai; leven; omhaal; opschudding; pandemonium; rompslomp; rumoer; toeloop; tumult; veel gedoe; veel mensen
Krakeel drukte; heisa; krakeel geargumenteer; geredeneer
Scherereien heisa; toestand chagrijn; ergernis; gelazer; geval; moeilijkheid; narigheden; narigheid; penarie; probleem; probleemgeval; problemen; trammelant
Trara heisa; toestand beroering; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult