Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klussen (Nederlands) in het Duits

klussen:

klussen werkwoord (klus, klust, kluste, klusten, geklust)

  1. klussen (klusje opknappen)
    beseitigen; beheben; ausbessern
    • beseitigen werkwoord (beseitige, beseitigst, beseitigt, beseitigte, beseitigtet, beseitigt)
    • beheben werkwoord (behebe, behebst, behebt, behob, behobt, behoben)
    • ausbessern werkwoord (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
  2. klussen
    kleinere Arbeiten erledigen; schwarzarbeiten
    • kleinere Arbeiten erledigen werkwoord (erledige kleinere Arbeiten, erledigst kleinere Arbeiten, erledigt kleinere Arbeiten, erledigte kleinere Arbeiten, erledigtet kleinere Arbeiten, kleinere Arbeiten erledigt)
    • schwarzarbeiten werkwoord (arbeite schwarz, arbeitest schwarz, arbeitet schwarz, arbeitete schwarz, arbeitetet schwarz, schwarz gearbeitet)

Conjugations for klussen:

o.t.t.
  1. klus
  2. klust
  3. klust
  4. klussen
  5. klussen
  6. klussen
o.v.t.
  1. kluste
  2. kluste
  3. kluste
  4. klusten
  5. klusten
  6. klusten
v.t.t.
  1. heb geklust
  2. hebt geklust
  3. heeft geklust
  4. hebben geklust
  5. hebben geklust
  6. hebben geklust
v.v.t.
  1. had geklust
  2. had geklust
  3. had geklust
  4. hadden geklust
  5. hadden geklust
  6. hadden geklust
o.t.t.t.
  1. zal klussen
  2. zult klussen
  3. zal klussen
  4. zullen klussen
  5. zullen klussen
  6. zullen klussen
o.v.t.t.
  1. zou klussen
  2. zou klussen
  3. zou klussen
  4. zouden klussen
  5. zouden klussen
  6. zouden klussen
diversen
  1. klus!
  2. klust!
  3. geklust
  4. klussend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klussen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klussen
    schwarzarbeiten; Anfallende Arbeiten erledigen

Vertaal Matrix voor klussen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anfallende Arbeiten erledigen klussen
schwarzarbeiten klussen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausbessern klusje opknappen; klussen afmaken; beteren; bijwerken; completeren; corrigeren; fiksen; goedmaken; herstellen; herzien; innoveren; maken; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; perfectioneren; rechtzetten; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
beheben klusje opknappen; klussen afdekken; afruimen; opruimen; verhelpen
beseitigen klusje opknappen; klussen afdanken; afdekken; afnemen; afruimen; afzonderen; demonteren; ecarteren; evacueren; leegruimen; lichten; ontmantelen; ontruimen; onttakelen; opruimen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
kleinere Arbeiten erledigen klussen
schwarzarbeiten klussen