Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kwaad zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwaad zijn (Nederlands) in het Duits

kwaad zijn:

kwaad zijn werkwoord (ben kwaad, bent kwaad, was kwaad, waren kwaad, kwaad geweest)

  1. kwaad zijn (woedend zijn; schuimbekken)
    wütend sein; rasen; toben; brüllen; schmollen; tosen; wüten; maulen
    • wütend sein werkwoord
    • rasen werkwoord (rase, rasst, rast, raste, rastet, gerast)
    • toben werkwoord (tobe, tobst, tobt, tobte, tobtet, getobt)
    • brüllen werkwoord (brülle, brüllst, brüllt, brüllte, brülltet, gebrüllt)
    • schmollen werkwoord (schmolle, schmollst, schmollt, schmollte, schmolltet, geschmollt)
    • tosen werkwoord (tose, tost, toste, tostet, getost)
    • wüten werkwoord (wüte, wütest, wütet, wütete, wütetet, gewütet)
    • maulen werkwoord (maule, maulst, mault, maulte, maultet, gemault)

Conjugations for kwaad zijn:

o.t.t.
  1. ben kwaad
  2. bent kwaad
  3. bent kwaad
  4. zijn kwaad
  5. zijn kwaad
  6. zijn kwaad
o.v.t.
  1. was kwaad
  2. was kwaad
  3. was kwaad
  4. waren kwaad
  5. waren kwaad
  6. waren kwaad
v.t.t.
  1. ben kwaad geweest
  2. bent kwaad geweest
  3. is kwaad geweest
  4. zijn kwaad geweest
  5. zijn kwaad geweest
  6. zijn kwaad geweest
v.v.t.
  1. was kwaad geweest
  2. was kwaad geweest
  3. was kwaad geweest
  4. waren kwaad geweest
  5. waren kwaad geweest
  6. waren kwaad geweest
o.t.t.t.
  1. zal kwaad zijn
  2. zult kwaad zijn
  3. zal kwaad zijn
  4. zullen kwaad zijn
  5. zullen kwaad zijn
  6. zullen kwaad zijn
o.v.t.t.
  1. zou kwaad zijn
  2. zou kwaad zijn
  3. zou kwaad zijn
  4. zouden kwaad zijn
  5. zouden kwaad zijn
  6. zouden kwaad zijn
diversen
  1. ben kwaad!
  2. wees kwaad!
  3. kwaad geweest
  4. kwaad zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kwaad zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brüllen kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn blaffen; blèren; brullen; bulderen; bulken; daveren; fulmineren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; joelen; krijsen; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitbrullen; uitgillen; uitjouwen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; woeden
maulen kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn bouderen; een pruillip trekken; kniezen; mokken; pruilen
rasen kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn brullen; fulmineren; gang maken; hard draven; hardlopen; hardrijden; het uitgillen; jachten; jakkeren; razen; rennen; reppen; spoeden; spurten; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitroepen; uitschreeuwen; woeden
schmollen kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn bouderen; een pruillip trekken; kniezen; mokken; pruilen
toben kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn brullen; dollen; fulmineren; gillen; het uitgillen; janken; joelen; jubelen; juichen; lawaai maken; ravotten; razen; stoeien; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitjouwen; uitroepen; uitschreeuwen; vuilbekken; wild rennen; wild spelen; woest spelen; zich uitleven
tosen kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn brullen; donderen; fulmineren; het uitgillen; onweren; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitroepen; uitschreeuwen
wüten kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn brullen; fulmineren; het uitgillen; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitroepen; uitschreeuwen; woeden
wütend sein kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn

Verwante vertalingen van kwaad zijn