Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor latwerk (Nederlands) in het Duits

latwerk:

latwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het latwerk (rek; stelling; stellage)
    die Stellage; Gestell; Gerüst; Lattenwerk; Spalier; Lattengestell
  2. het latwerk (raster; spijlen; rastering)
    Raster; die Umzäunung

Vertaal Matrix voor latwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gerüst latwerk; rek; stellage; stelling botten; casco; chassis; frame; gebeente; geraamte; kerngedachte; raamwerk; skelet; vliegtuigromp
Gestell latwerk; rek; stellage; stelling brilmontuur; chassis; driepoot; droogrek; fitting; frame; geraamte; heugelstang; karkas; montuur; onderstel; poot; raamwerk; rek; schoor; schraag; skelet; staander; statief; voet
Lattengestell latwerk; rek; stellage; stelling
Lattenwerk latwerk; rek; stellage; stelling
Raster latwerk; raster; rastering; spijlen raster
Spalier latwerk; rek; stellage; stelling haag; heg; liguster
Stellage latwerk; rek; stellage; stelling droogrek; open rek; rek
Umzäunung latwerk; raster; rastering; spijlen afscheiding; afschutting; beschuttingen; hek; hekken; hekwerk; omheiningen; schutting; schuttingen