Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lood:
  2. loden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lood (Nederlands) in het Duits

lood:

lood [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lood
    Blei; Lot; Senklot; die Füllung
    • Blei [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lot [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Senklot [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Füllung [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het lood
    Blei
    • Blei [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lood:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blei lood grafiet; naaiplombe; plombe
Füllung lood bijvulling; naaiplombe; opvulling; opvulsel; plombe; plombering; vulling; vulsel; vulstof
Lot lood dieplood; naaiplombe; peillood; plombe
Senklot lood naaiplombe; plombe

Verwante woorden van "lood":


Verwante definities voor "lood":

  1. zwaar en zacht metaal1
    • deze kogels zijn van lood1

Wiktionary: lood

lood
noun
  1. een scheikundig element met symbool Pb en atoomnummer 82
lood
noun
  1. Chemie: silbernes, leichtverformbares, toxisch wirkendes Metall

Cross Translation:
FromToVia
lood Blei lead — chemical element
lood Ader lead — mining: lode
lood Blei plomb — Élément, métal.

lood vorm van loden:

loden werkwoord (lood, loodt, loodde, loodden, gelood)

  1. loden (van loodglazuur voorzien)
    sondieren; loten; visieren
    • sondieren werkwoord (sondiere, sondierst, sondiert, sondierte, sondiertet, sondiert)
    • loten werkwoord (lote, lotest, lotet, lotete, lotetet, gelotet)
    • visieren werkwoord (visiere, visierst, visiert, visierte, visiertet, visiert)

Conjugations for loden:

o.t.t.
  1. lood
  2. loodt
  3. loodt
  4. loden
  5. loden
  6. loden
o.v.t.
  1. loodde
  2. loodde
  3. loodde
  4. loodden
  5. loodden
  6. loodden
v.t.t.
  1. heb gelood
  2. hebt gelood
  3. heeft gelood
  4. hebben gelood
  5. hebben gelood
  6. hebben gelood
v.v.t.
  1. had gelood
  2. had gelood
  3. had gelood
  4. hadden gelood
  5. hadden gelood
  6. hadden gelood
o.t.t.t.
  1. zal loden
  2. zult loden
  3. zal loden
  4. zullen loden
  5. zullen loden
  6. zullen loden
o.v.t.t.
  1. zou loden
  2. zou loden
  3. zou loden
  4. zouden loden
  5. zouden loden
  6. zouden loden
en verder
  1. ben gelood
  2. bent gelood
  3. is gelood
  4. zijn gelood
  5. zijn gelood
  6. zijn gelood
diversen
  1. lood!
  2. loodt!
  3. gelood
  4. lodend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

loden bijvoeglijk naamwoord

  1. loden (loodzwaar)
    bleischwer

Vertaal Matrix voor loden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loten loden; van loodglazuur voorzien diepte bepalen; diepte loden; meten; opmeten; peilen
sondieren loden; van loodglazuur voorzien diepte loden; met sonde onderzoeken; polsen; sonderen
visieren loden; van loodglazuur voorzien diepte loden; in een bep. richting plaatsen; mikken; richten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleischwer loden; loodzwaar loodzwaar

Verwante woorden van "loden":


Wiktionary: loden

loden
verb
  1. van lood vervaardigd
  2. wollen stof
  3. het peilen van waterdiepte