Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. meneer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meneer (Nederlands) in het Duits

meneer:

meneer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de meneer
    der Herr
    • Herr [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor meneer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Herr meneer baas; butler; god; goddelijkheid; godheid; heer; heerschap; heerser; hemelvader; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; koning; machthebber; meerdere; meester; mijnheer; monarch; patroon; soeverein; sujet; superieur; vent; vorst
- heer; man; mijnheer

Verwante woorden van "meneer":

  • meneren, meneertje, meneertjes

Synoniemen voor "meneer":


Antoniemen van "meneer":


Verwante definities voor "meneer":

  1. mannelijke volwassen persoon1
    • er is een meneer aan de deur1

Wiktionary: meneer

meneer
noun
  1. Anrede für einen Mann

Cross Translation:
FromToVia
meneer Herr gentleman — polite term for a man
meneer Herr mister — title of adult male
meneer Herr sir — address to any male, especially if his name or proper address is unknown