Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. muf:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor muf (Nederlands) in het Duits

muf:

muf bijvoeglijk naamwoord

  1. muf (stoffig)
    staubig
  2. muf (bedompt; benauwd; drukkend)
    bedrängt; dumpf; beklemmt
  3. muf (onfris)
    unrein; unsauber
  4. muf (verschaald; plat; oud; oudbakken; oubakken)
    schal
    • schal bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor muf:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staubig stoffig zijn
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- benauwd; oud
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrängt bedompt; benauwd; drukkend; muf beklemd; beklemmend; bekneld; benard; benauwd; benauwend; ernstig; geklemd; hachelijk; klemgereden; klemgezet; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
beklemmt bedompt; benauwd; drukkend; muf beklemd; beklemmend; benauwend; geklemd
dumpf bedompt; benauwd; drukkend; muf afgedempt; banaal; beslagen; doezelig; dof; duf; gedempt; glansloos; grauwkleurig; grijs; grof; laag-bij-de-grond; lomp; mat; niet helder; onduidelijk; plat; platvloers; schunnig; soezerig; suf; triviaal; vaag; vunzig
schal muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald banaal; bleek; dor; duf; flauw; flets; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schraal; schunnig; slap; smakeloos; suf; triviaal; verschoten; verschraald; vunzig; waterachtig; waterig; zonder smaak
staubig muf; stoffig
unrein muf; onfris onkies; onkuis; onrein; onzindelijk
unsauber muf; onfris bedoezeld; besmeurd; bevlekt; bevuild; gevlekt; goor; groezelig; met vuil bemorst; morsig; obsceen; onkies; onkuis; onrein; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; schuin; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos

Verwante woorden van "muf":

  • mufheid

Synoniemen voor "muf":


Antoniemen van "muf":


Verwante definities voor "muf":

  1. met te weinig frisse lucht1
    • het rook muf in de kamer1
  2. lang geleden geplukt of gemaakt1
    • deze noten smaken muf1

Wiktionary: muf

muf
adjective
  1. onaangenaam en bedorven ruikend

Cross Translation:
FromToVia
muf abgestanden; schal stale — having lost its freshness
muf abgestanden rassis — Qui a perdu sa fraicheur (1):