Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. navolger:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor navolger (Nederlands) in het Duits

navolger:

navolger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de navolger (volgeling; aanhanger; discipel; volger)
    der Anhänger; der Nachfolger; der Geselle; der Verfolger; der Jünger
  2. de navolger (imitator; nabootser)
    der Imitator; der Nachfolger

Vertaal Matrix voor navolger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anhänger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger aanhang; aanhanger; aanhangers; aanhangwagen; aanhangwagens; aanhangwagentje; bijwagen; discipelen; etiketten; fan; fans; labels; medestanders; ophanglussen; opleggers; partijgangers; prijskaartjes; supporter; supporters; trailers; volgelinge; volgelingen; volgers; voorstander
Geselle aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger assistent; butler; gast; gezel; gezellin; gozer; helper; herenknecht; hulp; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; knakker; knul; maat; man; partner; secondant; vent
Imitator imitator; nabootser; navolger
Jünger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger discipelen; volgelinge; volgelingen
Nachfolger aanhanger; discipel; imitator; nabootser; navolger; volgeling; volger descendant; opvolger
Verfolger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger achtervolger; vervolger

Verwante woorden van "navolger":

  • navolgers