Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nutteloos (Nederlands) in het Duits

nutteloos:

nutteloos bijvoeglijk naamwoord

  1. nutteloos (zonder nut; zinloos)
    nutzlos; zwecklos; unverwertbar
  2. nutteloos (zinloos; onzinnig)
    unsinnig; sinnlos; nutzlos; unnütz; zwecklos; vergeblich; vergebens; unklug
  3. nutteloos (tevergeefs; ijdel; zonder resultaat; vergeefs; vruchteloos)
    umsonst; erfolglos; vergebens; fruchtlos; nutzlos; sinnlos; heillos

Vertaal Matrix voor nutteloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfolglos ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat zonder resultaat; zonder succes
fruchtlos ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat dor; droog; ijdel; onbeduidend; verdord; vruchteloos; zonder resultaat; zonder succes
heillos ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat heilloos; noodlottig; rampspoedig
nutzlos ijdel; nutteloos; onzinnig; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zinloos; zonder nut; zonder resultaat onnut; zinledig
sinnlos ijdel; nutteloos; onzinnig; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zinloos; zonder resultaat zinledig
umsonst ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat gratis; kosteloos; niets; niks; pro deo; voor niets; zonder kosten
unklug nutteloos; onzinnig; zinloos onwijs; redeloos; verstandeloos; zonder verstand
unnütz nutteloos; onzinnig; zinloos onnut; overtollig
unsinnig nutteloos; onzinnig; zinloos achterlijk; geestelijk gestoord; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; ongerijmd; redeloos; stupide; verstandeloos; zonder verstand; zot
unverwertbar nutteloos; zinloos; zonder nut
vergebens ijdel; nutteloos; onzinnig; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zinloos; zonder resultaat
vergeblich nutteloos; onzinnig; zinloos ijdel; onbeduidend; vruchteloos
zwecklos nutteloos; onzinnig; zinloos; zonder nut doelloos

Verwante woorden van "nutteloos":


Wiktionary: nutteloos

nutteloos
adjective
  1. ohne Nutzen, keinen Nutzen bringend
  2. von Gedanken, Ideen und Fragen: ohne praktische Bedeutung

Cross Translation:
FromToVia
nutteloos sinnlos; vergeblich futile — incapable of producing results
nutteloos nutzlos; überflüssig; müßig idle — of no importance, worthless, useless
nutteloos nutzlos; unnützlich useless — without use or possibility to be used
nutteloos unnützlich vain — pointless, futile
nutteloos vergebens; vergeblich; abortiv abortif — (vieilli) Qui venir avant terme, qui n’pouvoir acquérir son entier développement.
nutteloos nutzlos; zwecklos; unnötig inutile — Qui n’est d’aucune utilité, d’aucun usage, parler des choses.