Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. oor:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oor (Nederlands) in het Duits

oor:

oor

  1. oor (gehoororgaan)

oor [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het oor (oor van een kopje)
    Ohr; Tassenohr
    • Ohr [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Tassenohr [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ohr oor; oor van een kopje
Tassenohr oor; oor van een kopje
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ohr gehoororgaan; oor

Verwante woorden van "oor":

  • oortje, oortjes

Verwante definities voor "oor":

  1. elk van de twee organen waarmee je hoort1
    • bij het douchen kwam er water in mijn oor1
  2. handgreep met halfronde vorm1
    • het oor van het kopje is gebroken1

Wiktionary: oor

oor
noun
  1. het lichaamsdeel waarmee geluiden kunnen worden gehoord
  2. handvat waaraan je een stuk servies kunt optillen
oor
noun
  1. Anatomie: Sinnesorgan zur Wahrnehmung von akustischen Signalen (Gehör)

Cross Translation:
FromToVia
oor Ohr ear — organ of hearing
oor Ohr oreille — Organe de l’audition

Verwante vertalingen van oor