Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opbrengst:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opbrengst (Nederlands) in het Duits

opbrengst:

opbrengst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opbrengst (rendement; uitkomst; product; voortbrengsel; oogst)
    der Ertrag; der Erlös
    • Ertrag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Erlös [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de opbrengst

Vertaal Matrix voor opbrengst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erlös oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; profijt; winst
Ertrag oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; besomming; druivenoogst; gewin; oogst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; pluk; profijt; wijnoogst; winst
- resultaat; uitkomst
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Umsatzerlös opbrengst

Verwante woorden van "opbrengst":

  • opbrengsten

Synoniemen voor "opbrengst":


Verwante definities voor "opbrengst":

  1. wat het oplevert1
    • de opbrengst van de collecte is groot1

Wiktionary: opbrengst

opbrengst
noun
  1. dat wat opgebracht wordt, de baat die men heeft van zijn activiteiten
opbrengst
noun
  1. allgemein: das positive Ergebnis einer Anstrengung

Cross Translation:
FromToVia
opbrengst Einnahme revenue — income from an investment
opbrengst Ernte; Lese moissonrécolte des blés et autres céréales.
opbrengst Ding; Sache; Etwas; Produkt; Mittel; Werkzeug; Einnahme; Erlös; Ertrag produitrésultat créatif de l’activité humaine.
opbrengst Ernte; Lese récolte — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van opbrengst