Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. overkoepelend:
  2. overkoepelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overkoepelend (Nederlands) in het Duits

overkoepelend:

overkoepelend bijvoeglijk naamwoord

  1. overkoepelend
    überwölbend

Vertaal Matrix voor overkoepelend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
überwölbend overkoepelend overdekkend

overkoepelend vorm van overkoepelen:

overkoepelen werkwoord (overkoepel, overkoepelt, overkoepelde, overkoepelden, overkoepeld)

  1. overkoepelen
    überwölben
    • überwölben werkwoord (überwölbe, überwölbst, überwölbt, überwölbte, überwölbtet, überwölbt)

Conjugations for overkoepelen:

o.t.t.
  1. overkoepel
  2. overkoepelt
  3. overkoepelt
  4. overkoepelen
  5. overkoepelen
  6. overkoepelen
o.v.t.
  1. overkoepelde
  2. overkoepelde
  3. overkoepelde
  4. overkoepelden
  5. overkoepelden
  6. overkoepelden
v.t.t.
  1. heb overkoepeld
  2. hebt overkoepeld
  3. heeft overkoepeld
  4. hebben overkoepeld
  5. hebben overkoepeld
  6. hebben overkoepeld
v.v.t.
  1. had overkoepeld
  2. had overkoepeld
  3. had overkoepeld
  4. hadden overkoepeld
  5. hadden overkoepeld
  6. hadden overkoepeld
o.t.t.t.
  1. zal overkoepelen
  2. zult overkoepelen
  3. zal overkoepelen
  4. zullen overkoepelen
  5. zullen overkoepelen
  6. zullen overkoepelen
o.v.t.t.
  1. zou overkoepelen
  2. zou overkoepelen
  3. zou overkoepelen
  4. zouden overkoepelen
  5. zouden overkoepelen
  6. zouden overkoepelen
diversen
  1. overkoepel!
  2. overkoepelt!
  3. overkoepeld
  4. overkoepelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overkoepelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
überwölben overkoepelen