Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pakje (Nederlands) in het Duits

pakje:

pakje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pakje (pakket; postpakket)
    Paket; Päckchen; Postpaket; kleine Paket

Vertaal Matrix voor pakje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Paket pakje; pakket; postpakket baal; bundel; herenkostuum; moot; pak; pakket; plak; tranche
Postpaket pakje; pakket; postpakket herenkostuum; moot; pak; plak; tranche
Päckchen pakje; pakket; postpakket doosje; herenkostuum; kleine opbergdoos; moot; pak; plak; tranche
kleine Paket pakje; pakket; postpakket

Verwante woorden van "pakje":


Wiktionary: pakje


Cross Translation:
FromToVia
pakje Ballen; Paket; Bündel; Päckchen paquetemballage, colis, regroupant plusieurs choses.

pakje vorm van pak:

pak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pak (kostuum; maatpak)
    Kostüm; der Anzug; der Smoking
    • Kostüm [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Anzug [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Smoking [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de pak (baal)
    Paket; Bund; Bündel
    • Paket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bund [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bündel [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. de pak (herenkostuum)
    Kostüm; Päckchen; Paket; Bund; Postpaket; Kästchen; kleinePaket; Bündel
    • Kostüm [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Päckchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Paket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bund [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Postpaket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kästchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • kleinePaket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bündel [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anzug kostuum; maatpak; pak aantocht; in aantocht; nadering; tenue; uniform
Bund baal; herenkostuum; pak akkoord; associatie; band; binding; boekdeel; bond; bondgenootschap; bosje; broederschap; bundel; coalitie; coöperatie; deel; federatie; genootschap; liga; moot; pact; plak; samenwerkingsverband; schoof; sociëteit; tranche; unie; verbond; verdrag; vereniging; volume
Bündel baal; herenkostuum; pak bos; bosje; bosjes; bundel; bundels; moot; plak; schoof; schoven; tranche
Kostüm herenkostuum; kostuum; maatpak; pak mantelkostuum; moot; plak; tenue; tranche; uniform
Kästchen herenkostuum; pak doosje; kabinetje; kast; kastje; kistje; kleine opbergdoos; kratje; moot; plak; relikwiehouder; schrijn; tranche
Paket baal; herenkostuum; pak bundel; moot; pakje; pakket; plak; postpakket; tranche
Postpaket herenkostuum; pak moot; pakje; pakket; plak; postpakket; tranche
Päckchen herenkostuum; pak doosje; kleine opbergdoos; moot; pakje; pakket; plak; postpakket; tranche
Smoking kostuum; maatpak; pak smoking; smokingkostuum; tenue; uniform
kleinePaket herenkostuum; pak
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bündel bundel

Verwante woorden van "pak":


Synoniemen voor "pak":


Verwante definities voor "pak":

  1. bundel van iets1
    • hij heeft een pak oude kranten bij zich1
  2. grote hoeveelheid1
    • er ligt een dik pak sneeuw1
  3. kartonnen doos waar levensmiddelen in zitten1
    • ik koop drie pakken melk1
  4. kleren die bij elkaar horen1
    • vader droeg een pak met een grijs streepje1
  5. wat ingepakt is1
    • er kwam een pakje met de post1

Wiktionary: pak

pak
noun
  1. pakket
  2. lading
  3. kleding
  4. een groep wolven

Cross Translation:
FromToVia
pak Paket package — something which is packed
pak Scheibe; Schicht gisement — marine|fr situation des côtes de la mer.
pak Ballen; Paket; Bündel; Päckchen paquetemballage, colis, regroupant plusieurs choses.