Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. punteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor punteren (Nederlands) in het Duits

punteren:

punteren werkwoord

  1. punteren
    anschärfen; anspitzen
    • anschärfen werkwoord
    • anspitzen werkwoord (spitze an, spitzt an, spitzte an, spitztet an, angespitzt)

Vertaal Matrix voor punteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anspitzen toespitsing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anschärfen punteren aanscherpen; aanspitsen
anspitzen punteren aanpunten; aanscherpen; aanslijpen; aanspitsen; iemand opstoken; opjutten; opzetten; slijpen; spitsen

Wiktionary: punteren


Cross Translation:
FromToVia
punteren punktieren; ausschütten; streuen; verschütten; zerstreuen parsemersemer ou jeter çà et là ; répandre.