Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rug:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rug (Nederlands) in het Duits

rug:

rug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rug (rugleuning; rugzijde; leuning)
    die Rückenlehne; die Rückenstütze; die Lehne
  2. de rug (bergrug; kam; bergkam)
    der Gebirgskamm; der Hügelrücken; der Bergrücken

Vertaal Matrix voor rug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bergrücken bergkam; bergrug; kam; rug heuvelkam; heuvelrug
Gebirgskamm bergkam; bergrug; kam; rug heuvelkam; heuvelrug
Hügelrücken bergkam; bergrug; kam; rug heuvelkam; heuvelrug; heuvelruggen
Lehne leuning; rug; rugleuning; rugzijde handsteun; leuning
Rückenlehne leuning; rug; rugleuning; rugzijde
Rückenstütze leuning; rug; rugleuning; rugzijde rugsteun

Verwante woorden van "rug":

  • ruggen, rugje, rugjes

Antoniemen van "rug":


Verwante definities voor "rug":

  1. achterkant van je romp1
    • de vrouw droeg een baby op haar rug1

Wiktionary: rug

rug
noun
  1. zijde van de romp tegenover de buik en borst gelegen
rug
noun
  1. Anatomie: die hintere Seite des Rumpfes
  2. kurz für Rückenschwimmen
  3. Buchbinderei: kurz für Buchrücken

Cross Translation:
FromToVia
rug Rücken back — the rear of body
rug Rücken spine — bound edge of a book
rug Rücken dos — anatomie|fr Partie du corps humain située au-dessus du postérieur, depuis le cou jusqu’aux reins.