Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sloom:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sloom (Nederlands) in het Duits

sloom:

sloom bijvoeglijk naamwoord

  1. sloom (gezapig; bezadigd)
    träge; schwerfällig; behäbig
  2. sloom (langzaam; traag)
    langsam; träge; schwerfällig

Vertaal Matrix voor sloom:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behäbig bezadigd; gezapig; sloom blakend; fit; getraind; gezond; in details; uitgewerkt
langsam langzaam; sloom; traag aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; langzaamaan; leuterig; lijzig; log; loom; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
schwerfällig bezadigd; gezapig; langzaam; sloom; traag aanmatigend; bot; dorps; houterig; in details; krukkig; lijzig; log; lomp; loom; onbeholpen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; onhandig; onopgevoed; respectloos; schutterig; slungelig; stijf; stijve; stram; stroef; stumperig; stuntelig; sukkelig; traag van begrip; uitgewerkt
träge bezadigd; gezapig; langzaam; sloom; traag aarzelend; besluitloos; dralend; futloos; kreupel; laks; lam; lamlendig; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; lusteloos; mank; mat; slap; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; vadsig; weifelend

Verwante woorden van "sloom":


Wiktionary: sloom

sloom
adjective
  1. eine niedrige Geschwindigkeit aufweisend, lange Zeit benötigend

Cross Translation:
FromToVia
sloom langsam slow — not quick in motion
sloom dumm slow — of reduced intellectual capacity
sloom plump thick — informal: stupid