Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sprakeloos:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sprakeloos (Nederlands) in het Duits

sprakeloos:

sprakeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. sprakeloos (met de mond vol tanden; verbaasd; verbijsterd; )
    sprachlos; erstaunt; verblüfft; entsetzt
  2. sprakeloos (stomverbaasd; zwijgend; stom; )
    dumm; sprachlos; schweigend

Vertaal Matrix voor sprakeloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumm overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend achtergebleven; achterlijk; afgestompt; afstompend; bot; breinloos; dom; dwaas; eentonig; eenvoudig; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; licht; lomp; makkelijk; minderbegaafd; niet moeilijk; oerdom; oliedom; onbehouwen; onbenullig; onbeschaafd; onbezonnen; onnozel; onopgevoed; onverstandig; redeloos; saai; simpel; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zonder verstand
entsetzt met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd geschokt; getroffen; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; overstuur; paf; perplex; van streek; verschrikt
erstaunt met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbouwereerd
schweigend overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend geluidloos; stil; stilzwijgend; zonder geluid; zwijgend
sprachlos met de mond vol tanden; met open mond; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend overbluft; overdonderd
verblüfft met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbouwereerd

Verwante woorden van "sprakeloos":

  • sprakeloosheid

Wiktionary: sprakeloos

sprakeloos
adjective
  1. ohne gesprochene Worte; stumm

Cross Translation:
FromToVia
sprakeloos sprachlos speechless — not speaking; not knowing what to say

Verwante vertalingen van sprakeloos