Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stuwkracht:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stuwkracht (Nederlands) in het Duits

stuwkracht:

stuwkracht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de stuwkracht (voortstuwing; dynamiek)
    die Kraft; die Energie; die Triebkraft
    • Kraft [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Energie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Triebkraft [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de stuwkracht (aandrijfkracht; drijfkracht)
    die Antriebskraft
  3. de stuwkracht (voortstuwing; aandrijving)
    der Antrieb; der Schub; die Antriebskraft; die Triebkraft

Vertaal Matrix voor stuwkracht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Antrieb aandrijving; stuwkracht; voortstuwing aandrang; aandrift; aandriften; aandrijving; drang; drift; driften; impuls; instinct; motor; natuurdrift; neiging
Antriebskraft aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; stuwkracht; voortstuwing aandrijving; motor
Energie dynamiek; stuwkracht; voortstuwing aandrift; capaciteit; daadkracht; electrische stroom; energie; esprit; functionaliteit; fut; geestkracht; gelegenheden; inhoud; kansen; kracht; mogelijkheid; mogelijkheid tot verwezenlijking; momentum; omvatte ruimte; potentie; puf; stroom; vermogen; voortvarendheid; werklust; werkzaamheid; wilskracht
Kraft dynamiek; stuwkracht; voortstuwing aandrift; daadkracht; daadkrachtigheid; dynamiek; energie; esprit; felheid; fiksheid; fut; gelegenheden; gespierdheid; kansen; kracht; macht; mogelijkheid; mogelijkheid tot verwezenlijking; momentum; potentie; puf; sterke kant; sterke zijde; sterkte; vermogen; werklust
Schub aandrijving; stuwkracht; voortstuwing aantal personen bijeen; gezelschap; groep; karrenvracht
Triebkraft aandrijving; dynamiek; stuwkracht; voortstuwing aandrift; aandrijving; aanmoediging; aansporing; animering; daadkracht; energie; esprit; fut; gistkracht; groeikracht; kracht; levensvatbaarheid; momentum; motor; opwekking; prikkel; puf; stimulans; stimulering; werklust

Verwante woorden van "stuwkracht":