Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trooster:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trooster (Nederlands) in het Duits

trooster:

trooster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trooster
    der Schnuller; die Sauger; der Nuckel
    • Schnuller [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sauger [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Nuckel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trooster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Nuckel trooster fopspeen; speen
Sauger trooster fopspeen; hevel; speen; vlotter
Schnuller trooster fopspeen; fopspenen; speen; spenen

Verwante woorden van "trooster":

  • troosters