Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitlikken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitlikken (Nederlands) in het Duits

uitlikken:

uitlikken werkwoord (lik uit, likt uit, likte uit, likten uit, uitgelikt)

  1. uitlikken (leeglikken)
    auslecken
    • auslecken werkwoord (lecke aus, leckst aus, leckt aus, leckte aus, lecktet aus, ausgeleckt)

Conjugations for uitlikken:

o.t.t.
  1. lik uit
  2. likt uit
  3. likt uit
  4. likken uit
  5. likken uit
  6. likken uit
o.v.t.
  1. likte uit
  2. likte uit
  3. likte uit
  4. likten uit
  5. likten uit
  6. likten uit
v.t.t.
  1. heb uitgelikt
  2. hebt uitgelikt
  3. heeft uitgelikt
  4. hebben uitgelikt
  5. hebben uitgelikt
  6. hebben uitgelikt
v.v.t.
  1. had uitgelikt
  2. had uitgelikt
  3. had uitgelikt
  4. hadden uitgelikt
  5. hadden uitgelikt
  6. hadden uitgelikt
o.t.t.t.
  1. zal uitlikken
  2. zult uitlikken
  3. zal uitlikken
  4. zullen uitlikken
  5. zullen uitlikken
  6. zullen uitlikken
o.v.t.t.
  1. zou uitlikken
  2. zou uitlikken
  3. zou uitlikken
  4. zouden uitlikken
  5. zouden uitlikken
  6. zouden uitlikken
en verder
  1. ben uitgelikt
  2. bent uitgelikt
  3. is uitgelikt
  4. zijn uitgelikt
  5. zijn uitgelikt
  6. zijn uitgelikt
diversen
  1. lik uit!
  2. likt uit!
  3. uitgelikt
  4. uitlikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitlikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auslecken leeglikken; uitlikken afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; lek zijn; lekken; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken