Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. van zijn positie verdrijven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor van zijn positie verdrijven (Nederlands) in het Duits

van zijn positie verdrijven:

van zijn positie verdrijven werkwoord (verdrijf van zijn positie, verdrijft van zijn positie, verdreef van zijn positie, verdreven van zijn positie, van zijn positie verdreven)

  1. van zijn positie verdrijven (afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; aan de dijk zetten)
    feiern; entlassen; ausrangieren; suspendieren; abdanken; entheben; von seiner Position vertreiben
    • feiern werkwoord (feiere, feierst, feiert, feierte, feiertet, gefeiert)
    • entlassen werkwoord (entlasse, entläßt, entließ, entließt, entlassen)
    • ausrangieren werkwoord (rangiere aus, rangierst aus, rangiert aus, rangierte aus, rangiertet aus, ausrangiert)
    • suspendieren werkwoord (suspendiere, suspendierst, suspendiert, suspendierte, suspendiertet, suspensiert)
    • abdanken werkwoord (danke ab, dankst ab, dankt ab, dankte ab, danktet ab, abgedankt)
    • entheben werkwoord (enthebe, enthebst, enthebt, enthobe, enthobet, enthoben)

Conjugations for van zijn positie verdrijven:

o.t.t.
  1. verdrijf van zijn positie
  2. verdrijft van zijn positie
  3. verdrijft van zijn positie
  4. verdrijven van zijn positie
  5. verdrijven van zijn positie
  6. verdrijven van zijn positie
o.v.t.
  1. verdreef van zijn positie
  2. verdreef van zijn positie
  3. verdreef van zijn positie
  4. verdreven van zijn positie
  5. verdreven van zijn positie
  6. verdreven van zijn positie
v.t.t.
  1. heb van zijn positie verdreven
  2. hebt van zijn positie verdreven
  3. heeft van zijn positie verdreven
  4. hebben van zijn positie verdreven
  5. hebben van zijn positie verdreven
  6. hebben van zijn positie verdreven
v.v.t.
  1. had van zijn positie verdreven
  2. had van zijn positie verdreven
  3. had van zijn positie verdreven
  4. hadden van zijn positie verdreven
  5. hadden van zijn positie verdreven
  6. hadden van zijn positie verdreven
o.t.t.t.
  1. zal van zijn positie verdrijven
  2. zult van zijn positie verdrijven
  3. zal van zijn positie verdrijven
  4. zullen van zijn positie verdrijven
  5. zullen van zijn positie verdrijven
  6. zullen van zijn positie verdrijven
o.v.t.t.
  1. zou van zijn positie verdrijven
  2. zou van zijn positie verdrijven
  3. zou van zijn positie verdrijven
  4. zouden van zijn positie verdrijven
  5. zouden van zijn positie verdrijven
  6. zouden van zijn positie verdrijven
en verder
  1. ben van zijn positie verdreven
  2. bent van zijn positie verdreven
  3. is van zijn positie verdreven
  4. zijn van zijn positie verdreven
  5. zijn van zijn positie verdreven
  6. zijn van zijn positie verdreven
diversen
  1. verdrijf van zijn positie!
  2. verdrijft van zijn positie!
  3. van zijn positie verdreven
  4. van zijn positie verdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor van zijn positie verdrijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abdanken aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
ausrangieren aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afschaffen; op non-actief stellen; uitrangeren; uitschakelen
entheben aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdekken; afruimen; bevrijden van belegeraars; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; ontzetten; opruimen; uit de macht ontzetten; verlossen; vrijstellen
entlassen aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afzwaaien; amnestie verlenen; banen; bevrijden; demobiliseren; dwingen ontslag te nemen; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; laten lopen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontheffen; ontlasten; ontslaan; ontslaan van een verplichting; uitsturen; van de boeien ontdoen; verlossen; verzenden; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten; vrijmaken; vrijstellen; vrijvechten; wegsturen; wegzenden
feiern aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven aanmoedigen; aanvuren; bejubelen; bemoedigen; celebreren; feestelijk onthalen; feesten; feestvieren; fuiven; fêteren; laten vieren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; vieren
suspendieren aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven ontheffen; ontlasten; ontslaan; ontslaan van een verplichting; schorsen; suspenderen; uitsturen; verzenden; vrijstellen; wegsturen; wegzenden
von seiner Position vertreiben aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entlassen afgedankt

Verwante vertalingen van van zijn positie verdrijven