Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vatbaar (Nederlands) in het Duits

vatbaar:

vatbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. vatbaar (gevoelig; teergevoelig)
    empfänglich; empfindlich; empfindsam
  2. vatbaar (ontvankelijk; openstaand)
    empfänglich; zugänglich; aufgeschlossen

Vertaal Matrix voor vatbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufgeschlossen ontvankelijk; openstaand; vatbaar benaderbaar; genaakbaar; ingehaald; open; toegankelijk; voorbij gestreefd
empfindlich gevoelig; teergevoelig; vatbaar aangebrand; angstig voor pijn; armzalig; berooid; breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; gevoelig; humeurig; iel; karig; kies; kleinzerig; korzelig; krakkemikkig; kwetsbaar; lichtgeraakt; mager; met veel tact; nijpend; pover; schamel; schraal; sensitief; slap; smartelijk; tactvol; teder; teer; teerhartig; tenger; wankel; weekhartig; zwak
empfindsam gevoelig; teergevoelig; vatbaar breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; iel; krakkemikkig; kwetsbaar; teder; teer; tenger; wankel; zwak
empfänglich gevoelig; ontvankelijk; openstaand; teergevoelig; vatbaar
zugänglich ontvankelijk; openstaand; vatbaar aanspreekbaar; amicaal; bedaard; begaanbaar; benaderbaar; bereidwillig; bereikbaar; gelijkmoedig; genaakbaar; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; onbewogen; open; rustig; sereen; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vriendschappelijk; welwillend

Verwante woorden van "vatbaar":


Wiktionary: vatbaar


Cross Translation:
FromToVia
vatbaar anfällig; beeindruckbar; empfänglich; empfindlich; suszeptible susceptible — likely to be affected by
vatbaar empfindlich susceptible — especially sensitive