Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veeg (Nederlands) in het Duits

veeg:

veeg [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de veeg (oorvijg; muilpeer; mep)
    die Ohrfeige; die Maulschelle

Vertaal Matrix voor veeg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Maulschelle mep; muilpeer; oorvijg; veeg hengst; kaakslag; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
Ohrfeige mep; muilpeer; oorvijg; veeg hengst; kaakslag; klap; lel; mep; muilpeer; oorveeg; opdonder; opduvel; oplawaai; pets; peut; stoot

Wiktionary: veeg


Cross Translation:
FromToVia
veeg Treffen; Anschlag; Hieb; Schlag; Streich coupimpression que fait un corps sur un autre en le frappant.

vegen:

vegen werkwoord (veeg, veegt, veegde, veegden, geveegd)

  1. vegen
    wegfegen; wischen; abwischen
    • wegfegen werkwoord (fege weg, fegst weg, fegt weg, fegte weg, fegtet weg, weggefegt)
    • wischen werkwoord (wische, wischst, wischt, wischte, wischtet, gewischt)
    • abwischen werkwoord (wische ab, wischst ab, wischt ab, wischte ab, wischtet ab, abgewischt)
  2. vegen (wegvegen; afvegen)
    abwischen; wegwischen; fortwischen
    • abwischen werkwoord (wische ab, wischst ab, wischt ab, wischte ab, wischtet ab, abgewischt)
    • wegwischen werkwoord (wische weg, wischt weg, wischte weg, wischtet weg, weggewischt)
    • fortwischen werkwoord

Conjugations for vegen:

o.t.t.
  1. veeg
  2. veegt
  3. veegt
  4. vegen
  5. vegen
  6. vegen
o.v.t.
  1. veegde
  2. veegde
  3. veegde
  4. veegden
  5. veegden
  6. veegden
v.t.t.
  1. heb geveegd
  2. hebt geveegd
  3. heeft geveegd
  4. hebben geveegd
  5. hebben geveegd
  6. hebben geveegd
v.v.t.
  1. had geveegd
  2. had geveegd
  3. had geveegd
  4. hadden geveegd
  5. hadden geveegd
  6. hadden geveegd
o.t.t.t.
  1. zal vegen
  2. zult vegen
  3. zal vegen
  4. zullen vegen
  5. zullen vegen
  6. zullen vegen
o.v.t.t.
  1. zou vegen
  2. zou vegen
  3. zou vegen
  4. zouden vegen
  5. zouden vegen
  6. zouden vegen
en verder
  1. ben geveegd
  2. bent geveegd
  3. is geveegd
  4. zijn geveegd
  5. zijn geveegd
  6. zijn geveegd
diversen
  1. veeg!
  2. veegt!
  3. geveegd
  4. vegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abwischen afvegen; vegen; wegvegen afnemen; afstoffen; afvegen; afwissen; stoffen
fortwischen afvegen; vegen; wegvegen
wegfegen vegen
wegwischen afvegen; vegen; wegvegen wegpinken
wischen vegen

Wiktionary: vegen

vegen
verb
  1. zonder water schoonmaken met een borstel
  2. door ergens langs te strijken verplaatsen of verwijderen

Cross Translation:
FromToVia
vegen fegen; kehren sweep — to clean using a broom or brush
vegen wischen wipe — remove surface substance
vegen fegen; kehren; abkehren; auskehren; abfegen; ausfegen; wegfegen; schippen; vor sich herfegen; hinwegfegen; beseitigen; vertreiben; hinausjagen balayernettoyer un lieu avec le balai.
vegen wischen essuyer — Traductions à trier suivant le sens