Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vernis:
  2. vernissen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vernis (Nederlands) in het Duits

vernis:

vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vernis (laklaag; lak)
    der Lackanstrich
  2. de vernis
    der Anstrich
    • Anstrich [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vernis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anstrich vernis flinter; floers; schijntje; schilderwerk; snufje; verf; vernisje; vleugje; waas; zweem
Lackanstrich lak; laklaag; vernis

Wiktionary: vernis

vernis
noun
  1. een oplossing van filmvormende stoffen in vluchtige oplosmiddelen die gebruikt wordt voor de bescherming van o.a. hout, metaal en verf

vernissen:

vernissen werkwoord (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)

  1. vernissen (lakken)
    lackieren; firnissen; färben
    • lackieren werkwoord (lackiere, lackierst, lackiert, lackierte, lackiertet, lackiert)
    • firnissen werkwoord (firnisse, firnisst, firnisste, firnisstet, firnisst)
    • färben werkwoord (färbe, färbst, färbt, färbte, färbtet, gefärbt)

Conjugations for vernissen:

o.t.t.
  1. vernis
  2. vernist
  3. vernist
  4. vernissen
  5. vernissen
  6. vernissen
o.v.t.
  1. verniste
  2. verniste
  3. verniste
  4. vernisten
  5. vernisten
  6. vernisten
v.t.t.
  1. heb vernist
  2. hebt vernist
  3. heeft vernist
  4. hebben vernist
  5. hebben vernist
  6. hebben vernist
v.v.t.
  1. had vernist
  2. had vernist
  3. had vernist
  4. hadden vernist
  5. hadden vernist
  6. hadden vernist
o.t.t.t.
  1. zal vernissen
  2. zult vernissen
  3. zal vernissen
  4. zullen vernissen
  5. zullen vernissen
  6. zullen vernissen
o.v.t.t.
  1. zou vernissen
  2. zou vernissen
  3. zou vernissen
  4. zouden vernissen
  5. zouden vernissen
  6. zouden vernissen
diversen
  1. vernis!
  2. vernist!
  3. vernist
  4. vernissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vernissen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
firnissen lakken; vernissen
färben lakken; vernissen beschilderen; kleuren; lakken; schilderen; tinten; verven
lackieren lakken; vernissen beschilderen; lakken; schilderen; verven

Wiktionary: vernissen

vernissen
verb
  1. iets voorzien van een laag vernis