Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vlijen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlijen (Nederlands) in het Duits

vlijen:

vlijen werkwoord (vlij, vlijt, vlijde, vlijden, gevlijd)

  1. vlijen
    ordnen
    • ordnen werkwoord (ordne, ordnest, ordnet, ordnete, ordnetet, geordnet)

Conjugations for vlijen:

o.t.t.
  1. vlij
  2. vlijt
  3. vlijt
  4. vlijen
  5. vlijen
  6. vlijen
o.v.t.
  1. vlijde
  2. vlijde
  3. vlijde
  4. vlijden
  5. vlijden
  6. vlijden
v.t.t.
  1. heb gevlijd
  2. hebt gevlijd
  3. heeft gevlijd
  4. hebben gevlijd
  5. hebben gevlijd
  6. hebben gevlijd
v.v.t.
  1. had gevlijd
  2. had gevlijd
  3. had gevlijd
  4. hadden gevlijd
  5. hadden gevlijd
  6. hadden gevlijd
o.t.t.t.
  1. zal vlijen
  2. zult vlijen
  3. zal vlijen
  4. zullen vlijen
  5. zullen vlijen
  6. zullen vlijen
o.v.t.t.
  1. zou vlijen
  2. zou vlijen
  3. zou vlijen
  4. zouden vlijen
  5. zouden vlijen
  6. zouden vlijen
diversen
  1. vlij!
  2. vlijt!
  3. gevlijd
  4. vlijend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vlijen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordnen vlijen afspreken; arrangeren; bedisselen; groeperen; indelen; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; regelen; schiften; sorteren; structureren; structuur aanbrengen; struktureren; systematiseren; uitzoeken

Wiktionary: vlijen


Cross Translation:
FromToVia
vlijen legen coucher — Coucher quelqu’un