Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlot (Nederlands) in het Duits

vlot:

vlot bijvoeglijk naamwoord

  1. vlot (vlug; snel; rap)
    schnell; rasch; geschwind; schleunig; hastig; flink
  2. vlot (vliedend; vloeiend; stromend)
    fließend; flüssig; strömend
  3. vlot (grifweg; met gemak; grif)
    mühelos; leicht; rasch; schlechthin
  4. vlot (flitsend)
    spritzig; flott; schick; fesch
  5. vlot (trendy; modieus; hip; flitsend; snel)
    modisch; im Trend; schick
  6. vlot (hip; trendy; snel; flitsend)
    mödisch; flott; schick; fesch

vlot [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vlot (houtvlot)
    Floß; Holzfloß; die Flöße
    • Floß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Holzfloß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Flöße [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Floß houtvlot; vlot
Flöße houtvlot; vlot
Holzfloß houtvlot; vlot
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leicht grif; grifweg; met gemak; vlot aangenaam; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; geriefelijk; gerust; in een handomdraai; licht; lichtwegend; luchthartig; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; nuttig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; practisch; simpel; vanzelf; zonder moeite; zorgeloos
mühelos grif; grifweg; met gemak; vlot eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; lichtwegend; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; simpel; vanzelf; zonder moeite
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
modisch modieus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fesch flitsend; hip; snel; trendy; vlot attractief; fraai; geestig; geinig; goed ogend; grappig; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; mooi; welgevallig
fließend stromend; vliedend; vloeiend; vlot lopend
flink rap; snel; vlot; vlug adrem; bijdehand; clever; direct; enorm; gauw; gevat; gezwind; gigantisch; immens; in zeer hoge mate; kien; pienter; raak; rap; reusachtig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vingervlug
flott flitsend; hip; snel; trendy; vlot aanlokkelijk; aantrekkelijk; ad rem; adrem; attractief; bekoorlijk; bezet; bijdehand; clever; druk; drukbezet; fraai; gevat; goed ogend; kien; knap; mooi; pienter; raak; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; uitnodigend; verleidelijk; wakker; welgevallig
flüssig stromend; vliedend; vloeiend; vlot liquide; vloeibaar
geschwind rap; snel; vlot; vlug direct; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; gezwind; haastig; ijlings; jachtig; rap; vingervlug
hastig rap; snel; vlot; vlug direct; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; gezwind; haastig; ijlings; inderhaast; jachtig
im Trend flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot
modisch flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot in de mode; modern; mondain; nieuwerwets; werelds
mödisch flitsend; hip; snel; trendy; vlot
rasch grif; grifweg; met gemak; rap; snel; vlot; vlug direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; haastig; ijlings; rap; spoedig; vingervlug; weldra
schick flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot aangekleed; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanzienlijk; adelijk; attractief; bekoorlijk; beroemd; chic; doorluchtig; elegant; esthetisch; fraai; gaaf; gedistingeerd; gekleed; geraffineerd; gewichtig; goed ogend; gracieus; hooggeplaatst; illuster; knap; mieters; mooi; schitterend; sierlijk; smaakvol; stijlvol; tof; uitnodigend; verfijnd; verheven; verleidelijk; voornaam; welgevallig
schlechthin grif; grifweg; met gemak; vlot
schleunig rap; snel; vlot; vlug direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; spoedig; weldra
schnell rap; snel; vlot; vlug direct; dra; eerstdaags; frontaal; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; gezwind; haastig; hard; hardop; ijlings; jachtig; klassikaal; luid; spoedig; weldra
spritzig flitsend; vlot spatterig
strömend stromend; vliedend; vloeiend; vlot

Verwante woorden van "vlot":


Antoniemen van "vlot":


Verwante definities voor "vlot":

  1. geheel van aan elkaar gebonden planken of stammen1
    • met een vlot ging hij de rivier af1
  2. gemakkelijk in de omgang1
    • mijn nicht is een vlotte meid1
  3. leuk en modern1
    • wat een vlot jasje draag je!1
  4. wat snel of gemakkelijk verloopt1
    • ik werd vlot geholpen in die winkel1

Wiktionary: vlot

vlot
noun
  1. een drijvende constructie
adjective
  1. gemakkelijk, eenvoudig, zonder veel problemen
vlot
adjective
  1. störungsfrei, ohne Schwierigkeiten
noun
  1. aus zusammengebundenem schwimmfähigem Material, wie Baumstämmen, Luftkissen o. ä., hergestelltes einfaches durch die Strömung getriebenes Wasserfahrzeug zum Transport von Lebewesen oder Material; heutzutage überwiegend zu touristischen Zwecken verwendet

Cross Translation:
FromToVia
vlot Floß; Schwimmer float — buoyant device
vlot raffiniert; schlau; flott; elegant; toll; hübsch; geschickt; schick nifty — good, useful
vlot Floß raft — flat, floating structure
vlot bereitwillig readily — showing readiness
vlot wohlhabend aisé — Traductions à trier suivant le sens
vlot frei; offen; geläufig libre — Qui a le pouvoir de faire ce qu’il vouloir, d’agir ou de ne pas agir.
vlot glatt; geläufig lisse — Sans aspérité ni rayure.
vlot Floß radeauassemblage de pièces de bois qui lier ensemble et qui forment une sorte de plancher flottant.

vlot vorm van vlotten:

vlotten werkwoord (vlot, vlotte, vlotten, gevlot)

  1. vlotten (gemakkelijk gaan)
    flößen; flecken; gutvonstattengehen
    • flößen werkwoord (flöße, flößt, flößte, flößtet, geflößt)
    • flecken werkwoord (flecke, fleckst, fleckt, fleckte, flecktet, gefleckt)
    • gutvonstattengehen werkwoord
  2. vlotten

Conjugations for vlotten:

o.t.t.
  1. vlot
  2. vlot
  3. vlot
  4. vlotten
  5. vlotten
  6. vlotten
o.v.t.
  1. vlotte
  2. vlotte
  3. vlotte
  4. vlotten
  5. vlotten
  6. vlotten
v.t.t.
  1. heb gevlot
  2. hebt gevlot
  3. heeft gevlot
  4. hebben gevlot
  5. hebben gevlot
  6. hebben gevlot
v.v.t.
  1. had gevlot
  2. had gevlot
  3. had gevlot
  4. hadden gevlot
  5. hadden gevlot
  6. hadden gevlot
o.t.t.t.
  1. zal vlotten
  2. zult vlotten
  3. zal vlotten
  4. zullen vlotten
  5. zullen vlotten
  6. zullen vlotten
o.v.t.t.
  1. zou vlotten
  2. zou vlotten
  3. zou vlotten
  4. zouden vlotten
  5. zouden vlotten
  6. zouden vlotten
diversen
  1. vlot!
  2. vlot!
  3. gevlot
  4. vlottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vlotten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flecken gemakkelijk gaan; vlotten bevuilen; vies maken; vuil maken
flößen gemakkelijk gaan; vlotten
gutvonstattengehen gemakkelijk gaan; vlotten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Flößerei vlotten

Verwante woorden van "vlotten":