Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorstaan (Nederlands) in het Duits

voorstaan:

voorstaan werkwoord (sta voor, staat voor, stond voor, stonden voor, voorgestaan)

  1. voorstaan (van mening zijn)
    befürworten; von Meinung sein; plädieren; sich einsetzen für

Conjugations for voorstaan:

o.t.t.
  1. sta voor
  2. staat voor
  3. staat voor
  4. staan voor
  5. staan voor
  6. staan voor
o.v.t.
  1. stond voor
  2. stond voor
  3. stond voor
  4. stonden voor
  5. stonden voor
  6. stonden voor
v.t.t.
  1. heb voorgestaan
  2. hebt voorgestaan
  3. heeft voorgestaan
  4. hebben voorgestaan
  5. hebben voorgestaan
  6. hebben voorgestaan
v.v.t.
  1. had voorgestaan
  2. had voorgestaan
  3. had voorgestaan
  4. hadden voorgestaan
  5. hadden voorgestaan
  6. hadden voorgestaan
o.t.t.t.
  1. zal voorstaan
  2. zult voorstaan
  3. zal voorstaan
  4. zullen voorstaan
  5. zullen voorstaan
  6. zullen voorstaan
o.v.t.t.
  1. zou voorstaan
  2. zou voorstaan
  3. zou voorstaan
  4. zouden voorstaan
  5. zouden voorstaan
  6. zouden voorstaan
diversen
  1. sta voor!
  2. staat voor!
  3. voorgestaan
  4. voorstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voorstaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befürworten van mening zijn; voorstaan bepleiten; pleiten
plädieren van mening zijn; voorstaan bepleiten; pleiten
sich einsetzen für van mening zijn; voorstaan
von Meinung sein van mening zijn; voorstaan

Verwante vertalingen van voorstaan