Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. voortbewegen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortbewegen (Nederlands) in het Duits

voortbewegen:

voortbewegen werkwoord (beweeg voort, beweegt voort, bewoog voort, bewogen voort, voortbewogen)

  1. voortbewegen
    fortbewegen
    • fortbewegen werkwoord (bewege fort, bewiegst fort, bewiegt fort, bewog fort, bewogt fort, fortbewogen)

Conjugations for voortbewegen:

o.t.t.
  1. beweeg voort
  2. beweegt voort
  3. beweegt voort
  4. bewegen voort
  5. bewegen voort
  6. bewegen voort
o.v.t.
  1. bewoog voort
  2. bewoog voort
  3. bewoog voort
  4. bewogen voort
  5. bewogen voort
  6. bewogen voort
v.t.t.
  1. heb voortbewogen
  2. hebt voortbewogen
  3. heeft voortbewogen
  4. hebben voortbewogen
  5. hebben voortbewogen
  6. hebben voortbewogen
v.v.t.
  1. had voortbewogen
  2. had voortbewogen
  3. had voortbewogen
  4. hadden voortbewogen
  5. hadden voortbewogen
  6. hadden voortbewogen
o.t.t.t.
  1. zal voortbewegen
  2. zult voortbewegen
  3. zal voortbewegen
  4. zullen voortbewegen
  5. zullen voortbewegen
  6. zullen voortbewegen
o.v.t.t.
  1. zou voortbewegen
  2. zou voortbewegen
  3. zou voortbewegen
  4. zouden voortbewegen
  5. zouden voortbewegen
  6. zouden voortbewegen
diversen
  1. beweeg voort!
  2. beweegt voort!
  3. voortbewogen
  4. voortbewegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voortbewegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fortbewegen voortbewegen

Verwante vertalingen van voortbewegen