Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vrijlopen:
  2. vrijloop:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vrijlopen (Nederlands) in het Duits

vrijlopen:

vrijlopen werkwoord

  1. vrijlopen (leeglopen)
    leerlaufen; freilaufen
    • leerlaufen werkwoord (laufe leer, läufst leer, läuft leer, lief leer, lieft leer, leergelaufen)
    • freilaufen werkwoord

Vertaal Matrix voor vrijlopen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
freilaufen leeglopen; vrijlopen
leerlaufen leeglopen; vrijlopen lek zijn; lekken

Verwante woorden van "vrijlopen":


vrijlopen vorm van vrijloop:

vrijloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vrijloop
    der Freilauf; die Freiläufe

Vertaal Matrix voor vrijloop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Freilauf vrijloop vrijwiel
Freiläufe vrijloop

Verwante woorden van "vrijloop":