Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. warmhouden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor warmhouden (Nederlands) in het Duits

warmhouden:

warmhouden werkwoord

  1. warmhouden (uitbroeden; broeden)
    brüten; warmhalten; ausbrüten
    • brüten werkwoord (brüte, brütest, brütet, brütete, brütetet, gebrütet)
    • warmhalten werkwoord
    • ausbrüten werkwoord (brüte aus, brütest aus, brütet aus, brütete aus, brütetet aus, ausgebrütet)

Vertaal Matrix voor warmhouden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausbrüten broeden; uitbroeden; warmhouden bebroeden
brüten broeden; uitbroeden; warmhouden bedenken; beschouwen; bespiegelen; broeien; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plussen; puzzelen; puzzels oplossen; tobben; warm zijn
warmhalten broeden; uitbroeden; warmhouden