Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wreef:
  2. wrijven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wreef (Nederlands) in het Duits

wreef:

wreef [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wreef (voetwreef)
    der Rist; der Spann
    • Rist [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spann [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wreef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rist voetwreef; wreef
Spann voetwreef; wreef

Verwante woorden van "wreef":

  • wreven

Wiktionary: wreef

wreef
noun
  1. bovenkant van de voet tussen tenen en enkel

Cross Translation:
FromToVia
wreef Spann; Fußrücken instep — top of the foot between the toes and the ankle

wrijven:

wrijven werkwoord (wrijf, wrijft, wreef, wreven, gewreven)

  1. wrijven (opblinken; poetsen; oppoetsen; opwrijven)
    aufputzen; polieren; aufpolieren
    • aufputzen werkwoord (putze auf, putzt auf, putzte auf, putztet auf, aufgeputzt)
    • polieren werkwoord (poliere, polierst, poliert, polierte, poliertet, poliert)
    • aufpolieren werkwoord (poliere auf, polierst auf, poliert auf, polierte auf, poliertet auf, aufpoliert)

Conjugations for wrijven:

o.t.t.
  1. wrijf
  2. wrijft
  3. wrijft
  4. wrijven
  5. wrijven
  6. wrijven
o.v.t.
  1. wreef
  2. wreef
  3. wreef
  4. wreven
  5. wreven
  6. wreven
v.t.t.
  1. heb gewreven
  2. hebt gewreven
  3. heeft gewreven
  4. hebben gewreven
  5. hebben gewreven
  6. hebben gewreven
v.v.t.
  1. had gewreven
  2. had gewreven
  3. had gewreven
  4. hadden gewreven
  5. hadden gewreven
  6. hadden gewreven
o.t.t.t.
  1. zal wrijven
  2. zult wrijven
  3. zal wrijven
  4. zullen wrijven
  5. zullen wrijven
  6. zullen wrijven
o.v.t.t.
  1. zou wrijven
  2. zou wrijven
  3. zou wrijven
  4. zouden wrijven
  5. zouden wrijven
  6. zouden wrijven
diversen
  1. wrijf!
  2. wrijft!
  3. gewreven
  4. wrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wrijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufpolieren opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven aandrijven; aansporen; gladmaken; gladwrijven; opkalefateren; opknappen; opkrikken; oplappen; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; opvijzelen; opwekken; polijsten; prikkelen; stimuleren; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken
aufputzen opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven opdirken; opdoffen; opschikken; opsieren; opsmukken; optooien; optuigen; optutten; tooien; uitdossen; verfraaien; verluchten; zich mooi maken; zich uitdossen; zich uitmonsteren
polieren opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten; politoeren

Verwante definities voor "wrijven":

  1. een of meer keer over de oppervlakte strijken1
    • zij wrijft de tafel tot hij glimt1

Wiktionary: wrijven

wrijven
verb
  1. handeling

Cross Translation:
FromToVia
wrijven reiben grate — rub against
wrijven reiben rub — to move one object while maintaining contact with another object over some area
wrijven frottieren; reiben; abreiben frotterpasser une chose sur une autre à plusieurs reprises, en appuyer, en pressant.