Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. achteruit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achteruit (Nederlands) in het Engels

achteruit:

achteruit bijwoord

  1. achteruit (achterwaarts; terug; naar achter; rugwaarts; naar achteren)
    backwards; return; back; reverse
  2. achteruit (achterwaarts; terug; retour)
    backwards

Vertaal Matrix voor achteruit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back achterkant; achterspeler; achterzijde; back; leuning; rug; rugleuning; rugzijde
return baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; weergave; winst
reverse achterkant; achterzijde; ellende; keerzijde; malheur; moeilijkheden; omgekeerde; ommezijde; onaangename zijde; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; rugzijde; tegendeel; tegenovergestelde; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back assisteren; bijspringen; bijstaan; financieren; helpen; ondersteunen; opkomen voor; seconderen; weldoen
return dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
reverse converteren; herroepen; iets omdraaien; intrekken; omkeren; omzetten; terugkomen op; terugnemen; verwisselen; zijn woorden terugnemen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reverse achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug achteren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
backwards achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; retour; rugwaarts; terug achteren; achterover; ruggelings
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug andermaal; eertijds; nogmaals; opnieuw; voorheen; voormaals; vroeger; weder; wederom; weer; weerom
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Wiktionary: achteruit

achteruit
adjective
  1. of the direction reverse of normal
  2. of the direction towards the back
noun
  1. gear